“Samen kom je verder.”
Ate Wijnstra prijst zich gelukkig dat hij aan een aantal prachtige projecten mag werken. Hij is projectmanager hoogwaterbescherming Waterschap Noorderzijlvest en sprak op het symposium, mede namens Wetterskip Fryslân, over waterveiligheid in het Lauwersmeergebied.
“Het Lauwersmeer is heel belangrijk voor het waterschap. Miljarden kuubs water gaan er doorheen, uit Groningen, Fryslân en Drenthe. Vanuit Drenthe gaat het water via een heel stelsel naar het meer.” Er zijn momenteel allerlei ontwikkelingen en projecten gaande. Ate Wijnstra: “De kunst is hoe je dat in balans krijgt. Hoe kun je alles met elkaar verbinden en hoe benut je koppelkansen?”
Droge voeten
Alleen bij het waterschap zelf al spelen verschillende onderwerpen. “Onze taken zijn waterveiligheid, schoon water en voldoende water. Bij dat laatste is het belangrijk dat er voldoende water in buffer is. Vandaag gaat het over waterveiligheid, ook heel belangrijk. Zo is het waterschap ook ontstaan: hoe houden we droge voeten?”
“We hebben telkens de dijken verhoogd. Bij elke controle kijken we naar de laatste norm. Een auto die wordt afgekeurd, mag pas weer de weg op na reparatie en goedkeuring. Dat is bij dijken gelukkig niet zo. Voor wat is afgekeurd hebben we tot 2050 tijd om alles op orde te krijgen. Daarbij houden we rekening met allerlei toekomstscenario’s.”
Net als binnen het waterschap zijn er in de ‘buitenwereld’ veel ontwikkelingen. Wijnstra is blij dat inmiddels verschillende partijen elkaar opzoeken.
Zo zijn er Project Overschrijdende Verkenningen (POV) opgezet binnen het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma, waarbij meerdere partijen meedenken en praten over nieuwe, dan wel goedkopere, vormen van dijkversterking. Daarbij worden ook andere functies meegenomen en gewogen.
Nieuwe manieren
Wijnstra: “We weten binnen een waterschap heel goed waar we het over hebben. Maar daar kom je er nu niet meer mee. Vroeg of laat kom je in elkaars achtertuin en heb je elkaar nodig. En ook al zijn we de dijkenbouwers van de wereld, er valt nog heel wat te verbeteren. En meer nog: er zijn nieuwe concepten nodig. Soms kun je met simpele verhogingen weer 50 jaar vooruit. Maar zijn er ook andere manieren, waarmee we bovendien veel langer vooruit kunnen? Door tijdsdruk hebben we ons niet de tijd gegund om echt te innoveren.”
Die gelegenheid is er wel bij de POV-concepten. Wijnstra noemt er drie. Ten eerste de dubbele dijk bij Emshaven/Delfzijl, samen met provincie Groningen. “Twee dijken zorgen samen voor waterveiligheid. In het tussengebied wordt zout water ingelaten voor een proef met zoutwaterteelt. Misschien is dat nog niet nodig voor morgen, maar wel voor overmorgen.”
Ten tweede de Rijke Dijk: een zachtere overgang tussen de Wadden/Eems en de dijk. Begroeiing kan de golfimpact op de dijk verkleinen en heeft ook een grotere ecologische waarde. Hetzelfde geldt voor het derde project: voorlanden van de dijk (kwelders). ”Ook hier minder golfimpact en meer ruimte voor de natuur.”
Brakke parel
Er speelt nog veel meer. Zo vertelt Ate Wijnstra over provinciale keringen, regionale keringen en het HD Louwes gemaal. Om te voorkomen dat er weer zandzakken nodig zijn en defensie weer met man en macht moet werken om het droog te houden, is er voldoende bergingsgebied nodig. En een grotere capaciteit van het gemaal in Zoutkamp.
Wijnstra is ook enthousiast over projecten bij de Waddenkust: een langsdam, een ‘rotskust’, de ‘brakke parel’ en een dijkconcept in combinatie met kwelderontwikkeling.
“We doen het niet alleen”, zegt Wijnstra over deze initiatieven. “We werken nauw samen met andere overheden, met natuurorganisaties en met kennisinstituten. Samen kom je verder en tot nieuwe initiatieven.”