Defensie als gebiedspartner in het Lauwersmeer

23 mei, 12:42
Gastheer Paul van de Touw aan het woord.

Defensie als gastheer voor het symposium ’50 jaar Lauwersmeer’ bleek geen voor de hand liggende keuze. De organisatoren waren eigenlijk verbaasd dat de kazerne bij de Marnewaard er open voor stond. “En daar zijn wij dan verbaasd over”, zei kolonel Paul van der Touw, de eerste spreker.

De kazerne staat aan de rand van een militair oefenterrein dat een behoorlijk deel van het Lauwersmeergebied beslaat. Van der Touw: “We stellen onze deuren juist vaak open.” Met trots overigens, op de plek en op het gebouw dat in de jaren tachtig “met minimal bucks” is neergezet. “Dat heeft alleen gekund dankzij de medewerking van de mensen in de omgeving.”

Rust voor de natuur
“Wij beschouwen ons hier als stakeholder”, licht Van der Touw de openstelling van de kazerne toe. “Met respect voor de mensen die hier wonen, de mensen die hier bedrijvigheid uitvoeren en voor de natuur.” Reeën blijken zich zelfs goed thuis te voelen op het oefenterrein en dat mag toch wel bijzonder heten. “Dat komt doordat we de natuur rust geven. We stellen het terrein niet, zoals veel andere oefenterreinen, ieder weekend open voor publiek. We houden rekening met het broedseizoen, ook met onze eigen activiteiten. Er wordt steeds in de gaten gehouden: op die plek, daar komen we nu even niet. Ja, schieten maakt wel herrie, dat kunnen we niet veranderen.”

De naam van de kazerne?
Van der Touw is benieuwd of de aanwezigen – de zaal zit vol, er was zelfs een wachtlijst – eigenlijk wel de naam weten van de kazerne waar ze zich bevinden. Er klinkt wat gemurmel en de kolonel moet zelf het antwoord geven: de Willem Lodewijk van Nassau Kazerne. Vernoemd naar de man die stadhouder was van Friesland en Groningen. “Eigenlijk uw voorganger, meneer de commissaris”, richt Van der Touw zich tot Commissaris van de Koning René Paas. “Maar u bent waarschijnlijk geen grootgrondbezitter. Willem Lodewijk was dat wel en hij verpachtte het land aan boeren.”

“Willem Lodewijk en Maurits hebben zich in de 16e eeuw verzet tegen de Spanjaarden. Dat is onze geschiedenis: dit land is ontstaan door verzet. Tegen Spanje, de Fransen, Duitsers. En tegen het water. We hebben er hard voor moeten vechten. Ook de Nederlandse krijgsmacht. We zijn heel blij dat we gebruik kunnen maken van dit terrein. Er kunnen hier veel dingen die op andere oefenterreinen niet kunnen. Bijvoorbeeld het oefendorp. Vanuit de lucht is het niet te onderscheiden van andere dorpen. Dat was ook de bedoeling: rekening houden met en passen in het landschap.”

Afgesproken
Hij eindigt zijn verhaal met een anekdote. In begin van zijn loopbaan, Van der Touw was toen majoor, was hij aanwezig in de Tweede Kamer wegens het beantwoorden van een kamervraag. Omdat er in de Marnewaard geoefend wordt in gebouwen met niet meer dan twee verdiepingen, vroeg een kamerlid zich af of de Nederlandse krijgsmacht wel kan vechten hoger dan de 2e verdieping. Gelach klinkt uit de zaal. Van der Touw:
“De reden is dat het moest passen in het landschap. Geen hoogbouw dus. Zo hebben we dat afgesproken met de omgeving.”

Oog voor de omgeving
De volgende spreker, Johannes Kramer, haakt nog even in op de intentie van Defensie in het Lauwersmeergebied: “Defensie heeft hier oog voor de omgeving en dat wordt zeer gewaardeerd.” Dagvoorzitter Mirjam de Meijer (voorzitter van de Klankbordgroep Lauwersmeer) noemt een voorbeeld hoe er op de kazerne rekening wordt gehouden met de natuur: het is er ’s avonds donker. De buitenverlichting is dan zoveel mogelijk uit.