De invloed van de zee en emoties door de eeuwen heen

23 mei, 12:50
Albert Buursma

Albert Buursma over een ‘beteugeld estuarium’.

Een misthoorn en het geluid van een stoomschip, daarmee begon Albert Buursma zijn verhaal over de geschiedenis van het Lauwersmeergebied. Cultureel erfgoed, een relatief jong begrip, is veelzijdig, maakte hij ermee duidelijk. Het gaat over materieel erfgoed, maar ook over immaterieel erfgoed, zoals verdwenen geluiden. En emoties, veel emoties, bleek uit zijn boeiende presentatie. In sneltreinvaart leidde hij de deelnemers van het symposium door ruim twaalf eeuwen geschiedenis en vijftig jaar afsluiting.

Beteugeld estuarium heet het boek dat Buursma in opdracht van het Programma Naar een Rijke Waddenzee over de geschiedenis van het Lauwersmeergebied schreef en waarvan hij vandaag de eerste twee exemplaren mocht overhandigen. De titel verwijst zeker niet alleen naar de afsluiting. Aan de hand van verschillende historische kaarten liet hij zien dat die beteugeling al veel eerder begon. Nadat de Lauwerszee zo tussen 800 en 1000 de grootste omvang in haar geschiedenis bereikte, heeft de mens er steeds stukjes vanaf gesnoept. Middag-Humsterland was het eerste gewonnen land in de twaalfde eeuw. Daarna werd de zee steeds verder teruggedrongen.

Toch hield de Lauwerszee als verbindingsgebied lang grote invloed op het achterland. Groningen in het oosten en Dokkum in het westen. Buursma herinnerde aan de West Indische Compagnie, die ooit een vestiging had in de stad Groningen en de Admiraliteit in Dokkum om die invloed duidelijk te maken. Voorbeelden van cultureel erfgoed, evenals de vele gebouwen in het gebied die verwijzen naar het waterrijke verleden, zoals het gemaal in Electra en de dijkhuisjes, waar belastingen voor het onderhoud van de waterwerken werd geïnd en waar altijd een fles jenever onder de ‘toonbank’ stond om de betaling te beklinken.

Belangrijk erfgoed zijn ook de sluizen, die een belangrijke rol speelden in het beteugelen van de invloed van de Waddenzee. De Dokkumer Nieuwe Zijlen die al begin 18de eeuw de vrije doorgang naar Dokkum afsloten en de eind 19de eeuw de sluis bij Zoutkamp. Wie weet nog, aldus Buursma, dat er tot die tijd zoutwater vissen ver het land in kwamen en dat er zelfs bruinvissen werden gezien.

De beteugeling van de Lauwerszee liet niet alleen stenen herinneringen na. De verschillende monumenten die langs de kust te vinden zijn voor omgekomen vissers laten zien hoe de zee ook in het hoofd van de mensen zit. De ramp van Paesens-Moddergat van 1883, waarin meer dan tachtig vissers omkwamen, die van Wierum tien jaar later en de gedenksteen bij Zoutkamp voor de vissers die daar slachtoffer waren van dezelfde storm die de vloot van Paesens-Moddergat trof. Nog drie generaties later vertelden ouders hun kinderen ‘ga maar niet naar zee, dat is gevaarlijk’, geeft Buursma als voorbeeld van hoe die rampen doorwerken in het collectief geheugen.

Een geschiedenis van het Lauwersmeergebied is niet compleet zonder stil te staan bij de eeuwige ‘strijd’ tussen Groningen en Friesland. Ook daarop ging Buursma in. Hij ging terug naar de bron van de grensgeschillen, de oostelijke en westelijke vaarroute door de Lauwerszee. Ook refereerde hij met een aantal portretten aan het steeds betwiste Schiermonnikoog.

Het was de opmaat naar een korte terugblik op de strijd rond de afsluiting, vurig gewenst door Friezen, gevreesd en tot op de dag van vandaag betreurd door Zoutkampers. Want de vlag op de Willem Lodewijk van Nassaukazerne mag halfstok hangen vanwege de herinneringsdag aan gevallen militairen, in Zoutkamp hangt hij op 23 mei nog atlijd halfstok om het verlies van de doorgang naar de zee. Al zijn er vandaag de dag ook veel jonge vissers die hun ouders wijzen op de voordelen van de afsluiting, besluit Buursma zijn presentatie. Daarin heeft hij de deelnemers van het symposium een stukje wijzer gemaakt over de geschiedenis van het gebied, maar vooral ook heel nieuwsgierig naar het hele boek.

Download de slide-show die bij deze presentatie gebruikt is